Het jongetje dat nooit wilde eten, is nu een man die de hele dag aan eten denkt Dj Gijs Staverman (44) over goddelijke baguettes, draadjesvlees en kip met hormonen. 

Gijs houdt van eten, lekker eten. En dat hoeft geen lamsbout in een sterrentent te zijn. Een kroket uit de muur is ook prima, als het maar een goede kroket is. Zijn opa was een echte Bourgondiër. Van hem heeft kleine Gijs geleerd dat het onzin is vieze wijn te drinken als je voor dezelfde prijs ook lekkere wijn kunt drinken. Daarom haalt grote Gijs zijn eten bij de slager, visboer en groenteman. Zijn favoriet is de Amsterdamse bakker Le Fournil de Sébastien. “Zijn baguettes zijn zo waanzinnig lekker, dat ik de lange wachtrij voor lief neem. De bakker is een Fransman die volgens een oud familierecept bakt. Hij heeft ook verrukkelijk kasteel- en notenbrood, goddelijke taartjes en knoflookbrood dat wordt opgewarmd in de oven met een flinke klont boter.” 

Gijs heeft niets met bonen, maar verder eet hij alles. Iets waar zijn moeder alleen maar van kon dromen toen hij nog een klein jongetje was. “Als kind zat ik uren aan tafel naar mijn prakje te staren. Om het eten enigszins warm te houden, at ik van een bordje waarin je heet water kon doen. Volgens mij heeft mijn moeder dat nog ergens in de kast liggen.” Gijs denkt de godganse dag aan eten. Japanse sushi, Italiaanse pasta’s, Thaise wokschotels, Spaanse tapas en Surinaams roti. Hij vindt alles even heerlijk. “Zelf een pasta of en wokschotel maken, lukt nog wel, maar roti is mij te veel werk. Van mijn ex heb ik geleerd dat je de beste roti bij de Hindoestaanse Surinamer haalt en dat je voor de lekkerste bami en nasi naar de Javaanse Surinamer moet.” 

Wat zoet betreft raakt hij alleen opgewonden van de chocoladekoekjes die hij zelf bakt en de fruitcake van zijn vriendin. Vroeger was hij een ware fastfoodjunk, want geen boodschappen en geen gedoe in de keuken, maar in de loop der jaren is zijn behoefte aan vette happen minder geworden. Heel af en toe haalt hij nog een hamburger bij Burgermeester in Amsterdam. “Daar hebben ze heerlijke burgers die niet naar karton smaken en een geweldige salade met truffelmayonaise.” Tegenwoordig staat de radiomaker met plezier achter het fornuis. “Ik kook op mijn gevoel en doe maar wat. Mijn weinig-moeite-groot-succes-gerecht is pasta met zalm, garnalen en tonijn. Ik bak lente-ui, champignons en nepbroccoli – geen idee hoe ik die kleine broccoli anders moet noemen. Kookroom erbij, kruiden en een blikje tonijn. In een andere pan bak ik grote garnalen met knoflook. En dan komt het: de opmaak van het bord. Eerst de pasta, dan de saus, dan de garnalen en tot slot wat plakjes koude verse zalm. Een kind kan de was doen. Een ander gerecht dat het altijd goed doet, is mijn draadjesvlees. Recept van mijn oma. Op zich niets bijzonder , een gewone stoofpot met sukade- of runderlappen, laurierblaadjes en wat jeneverbessen, maar het geheim zit hem in Belgisch bier in plaats van rode wijn. Het bier – bijvoorbeeld een Trappist, want hoe zwaarder, hoe beter – zorgt ervoor dat het vlees na zes uur sudderen nog steeds smeuïg is.” Gijs is gek op kip. De Javaanse kip van zijn vriendin. De gemarineerde kippenvleugeltjes van Kentucky Fried Chicken. Italiaans gekruide kip uit de oven of kipfilet verwerkt in een wokschotel. “Alle kippetjes maken mij gelukkig. Het zou mij niet verbazen als ik aan kip mijn lengte van twee meter te danken heb. Ik bedoel, die beesten zitten vol hormonen.” •