NAAM: SEBASTIEN ROTURIER
BEDRIJF: LE FOURNIL
IN NEDERLAND SINDS: 2007
LIEVELINGSFRUIT: PERZIK

“Bij Nederlandse klanten weet je meteen waar je aan toe bent”
De banken waren kritisch en sceptisch over het plan: een ambachtelijke Franse bakkerij? Dat kon nooit goed gaan. “Nederlanders eten geen stokbrood,” werd er gezegd. Maar de Franse Sébastien Roturier en zijn Nederlandse vrouw Susan geloofden in hun concept. Ze waren ervan overtuigd dat ze – na jarenlange ervaring in Frankrijk – geen concurrentie zouden vormen voor andere bakkerijen in Nederland. Integendeel: met hun uitsluitend Franse producten en de Franse ambachtelijke productiemethode waren ze eerder een aanvulling. En ze kregen gelijk. Het liep direct storm na de opening van Le Fournil, de eerste 100 % am-bachtelijke Franse bakker in Nederland. Iedere ochtend staan de klanten in de rij voor de Franse baguette.

1. Sinds wanneer ben je in Nederland?
Sinds 2007. Ik ben in 1970 geboren in Frankrijk: in Châtellerault, vlakbij Poitiers. Omdat mijn vader ban-kier was, verhuisden we gemiddeld om de vijf jaar. De meeste tijd heb ik doorgebracht in La Rochelle. In 1992 leerde ik Susan, mijn Nederlandse vrouw, kennen. Zij was in Poitiers voor een uitwisselings-programma van de Erasmus Universiteit. Drie jaar later trouwden we. In 2007 zijn we naar Nederland verhuisd.

2. Hoe ben je ondernemer geworden en waarom?
Door mijn oom ben ik met het bakkersvak in aanraking gekomen. Het begon allemaal als bijbaantje. Toen ik eenmaal het vak goed beheerste, wat jaren duurt, kon ik in 1996 samen met Susan de zaak van mijn oom overnemen. Een paar jaar later ontstond het idee voor een tweede bakkerij. We zochten een locatie in een winkelstraat met parkeergelegenheid. Per toeval vonden we, tijdens een familiebezoek in Nederland, een geschikt pand in Amsterdam. Daar zijn we uiteindelijk in 2007 met Le Fournil gestart, de eerste 100 % ambachtelijke Franse bakker in Nederland. Al vrij snel volgde de tweede bakkerij in Hilversum, in een groter pand: met nog meer ruimte om te bakken. Daar hebben we nu ook ons kan-toor gevestigd.

3. Ben je problemen tegengekomen toen je ondernemer wilde worden?
De banken stonden sceptisch tegenover ons plan. Een ambachtelijke Franse bakkerij? Dat kon nooit goed gaan. “Nederlanders eten geen stokbrood,” werd er gezegd. Bovendien ging het op dat moment slecht met de ambachtelijke bakkerijen. Maar wij geloofden in ons concept. We waren ervan overtuigd dat we – met onze uitsluitend Franse producten en de Franse ambachtelijke productiemethode – een aanvulling zouden zijn op de Nederlandse bakkers. Uiteindelijk kregen we een piepkleine lening.
We waren zodoende genoodzaakt om alles te verkopen wat we in Frankrijk bezaten: ons huis, onze auto… alles. Pas daarna konden we onze eigen bakkerij in Nederland openen. We namen daarmee een enorm risico. Al snel bleek dat de banken zich hadden vergist. Het liep namelijk direct storm. Op de een of andere manier kwamen we op het juiste moment. Mensen willen tegenwoordig weten wat ze eten. En dat laten we graag zien aan het publiek. Zowel vanuit de winkel als vanaf de straat kun je onze bak-kers, die in Frankrijk worden opgeleid, aan het werk zien. Je ziet hoe het deeg wordt gekneed en hoe de broden liggen te rijzen. Alle basisingrediënten (meel en boter) voor het brood en de croissants komen uit Frankrijk. We gebruiken geen kunstmatige toevoegingen, zoals broodverbeteraar. En we nemen de tijd om het deeg te laten rijzen: 18 uur voor een stokbrood en 20 uur voor andere broden.

4. Wat zijn de verschillen tussen ondernemen in Nederland en Frankrijk?
Ondernemen in Nederland is gemakkelijker dan in Frankrijk. Alles is goed geregeld en er is veel minder administratieve rompslomp. Nederland is erg gericht op het bedrijfsleven en het ondernemerschap. Dat zie je ook terug op de scholen en in de diploma’s. Het bedrijfsleven is hier dynamischer.
Ik moest wel wennen aan de directheid. Niet alleen op het gebied van onderhandelen, maar ook wat betreft de feedback van klanten. Als een klant hier niet tevreden is, wordt dat direct kenbaar gemaakt. Dat is fijn: dan weet je waar je aan toe bent en kun je er meteen iets aan doen. In Frankrijk is het geven van feedback onbeleefd. Klanten komen gewoon niet meer terug als ze ergens ontevreden over zijn. Susan heeft mij vanaf het allereerste begin enorm gestimuleerd om zo goed mogelijk de Nederlandse taal te leren. Dat is maar goed ook, want met alleen Engels kom je er niet. Zeker tijdens het onderhan-delen en zaken doen is het pure noodzaak om de taal en de cultuur goed te kennen. Alleen dan kun je cultuurverschillen overbruggen.

5. Wat vind je typisch Nederlands als het gaat om zaken doen en ondernemen?
Nederlanders zijn heel pragmatisch: als het niet gaat zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat. Problemen zijn er om aangepakt en opgelost te worden – en, als het even kan, op inventieve wijze. Een mooi voorbeeld zijn de leegstaande kerken. In Frankrijk draait het om idealisme. Een kerk is be-stemd voor geloofszaken – en als de kerk leeg staat, staat hij leeg. Als er in Nederland een kerk leeg komt te staan, dan wordt daarvoor een creatieve oplossing bedacht, bijvoorbeeld door een boekenwin-kel ervan te maken. Verder is Nederland veel meer op het buitenland gericht dan Frankrijk. Dat heeft natuurlijk ook met de handelsgeest te maken. Wat ik erg leuk vind in Nederland, is de gezelligheid die je overal terugziet. Een schaatsbaan in de winter met koek en zopie, de Hollandse festivals met kraampjes en eettentjes, de volle terrasjes, enz. enz.

6. Wat heb je meegenomen vanuit de Franse en de Nederlandse cultuur?
Vanuit Frankrijk de vakbekwaamheid en vanuit de Nederlandse cultuur het onderhandelen.

7. Wil je ooit terug naar Frankrijk?
Niet zolang we werken.

8. Wat is het geheim van je succes?
Allereerst de combinatie van Susan en mij. Wij vullen elkaar heel goed aan. Daarnaast is onze timing heel goed geweest: het juiste product op het juiste moment. Het bijzondere van dit vak is dat je nooit bent uitgeleerd. Er zijn talloze manieren om een Franse baguette te maken; je kunt eindeloos ermee experimenteren.

9. Wat is je favoriete stuk fruit en waarom?
De perzik, vanwege de smaak.

10. Wat is je favoriete Hollandse product en/of locatie?
Mijn favoriete Hollandse product is zonder twijfel de haring! Mijn favoriete Hollandse locaties zijn plaatsjes als Naarden en Enkhuizen: vanwege hun karakteristieke gebouwen, de aparte bakstenen en de kleine straatjes.

TIPS van Sébastien
1. Leer de taal
2. Waardeer directheid, Nederlanders reageren niet uit onbeleefdheid